Ontwikkelingsperikelen

Toen we een half jaar geleden mijn 50-ste verjaardag vierden had ik niet het idee dat ik al oud was of dat er ook maar iets veranderd was. Ondertussen weet ik beter. Juist hier in Ethiopië zie ik dat mijn generatie ‘over en sluiten’ is. Dat voelde ik duidelijk na door een interessant bezoek bij een Nederlands gezin dat daar 3 jaar geleden een melkveebedrijf is begonnen in Ethiopië. Ik herkende ons helemaal in het jonge stel. Hij was van de boerderij; zij uit de stad. En net als ik 25 jaar geleden wisten ze precies hoe je Afrika moest helpen…

Alleen, ze hadden daar een radicaal ander beeld over dan ik. Ze wisten me te melden dat al het getob van NGO’s en ontwikkelingsprojecten nergens toe leidde. Ze deden het dan ook helemaal anders. Zij pakten het bedrijfsmatig en commercieel aan. Gewoon laten zien hoe een Nederlands melkveebedrijf ook in Afrika winst kan maken. En niet een klein bedrijfje; nee een bedrijf met fors aantal melkkoeien met alle machines die je daar voor nodig hebt. Ze waren een modelboerderij. Dat had ik 20 jaar geleden ook in Mvumi, Tanzania.

Maar wat demonstreerden ze eigenlijk? Wat was het model? De uitleg kwam bij een lekkere bak koffie: er was in Nederland een stichting van christelijke ondernemers die het geld bij elkaar bracht voor de nodige investeringen in de boerderij. Ze willen graag zakelijk opereren, maar als het geld niet terug kwam, was het ook goed. Daarnaast hadden ze subsidie van het ministerie van ontwikkelingssamenwerking. Dat programma kennende zal dat een netto gift zijn van rond de half miljoen Euro. En gelukkig nam het stel zelf genoegen met een minimaal salaris, wsch. aangevuld met giften van hun kerkelijke achterban. Tja, en dan kwam er ook nog gratis ondersteuning van Nederlandse experts die via projecten van de ambassade langs kwamen en hoogwaardig advies gaven over de aanpak van problemen als mond en klauwzeer. En met al die (gratis) ondersteuning hadden ze de eerste drie jaar nog alleen maar verlies geleden. Nu waren ze net aan in een positie dat er geen geld meer uit Nederland bij hoefde.

Ik was verbijsterd. Hoe kun je nu denken dat dit een haalbare kaart is voor welke Ethiopiër dan ook? Gratis geld, gratis werknemers, gratis import, gratis advies, etc. Ze leken zich nauwelijks bewust van wat er allemaal vreemd aan hun situatie was. Ze beschouwden zich als echte ondernemers en als pioniers; de zinsnede ‘wij staan met de poten in de modder’ viel met grote regelmaat. Dat laatste bevreemdde nogal want ze woonden op een keurige boerderij met een leuk huis met alles er op en er aan op een uur rijden van Addis, een miljoenenstad was ‘alles’ te krijgen is.

En opeens voelde ik me een oude kerel. Hoe uit te leggen wat een modelboerderij voor mij betekende? Ik durfde zelfs niet uit te leggen wat ‘met de poten in de modder’ voor mij betekende: nl. in een dorp wonen en lokale gewassen verbouwen zoals wij in Oeganda en Ivoorkust deden. Dat we een hut op een boerenerf bouwden en sliepen op een matras dat op de grond lag. Dat we om naar de stad te gaan stonden we lang de weg te liften; geen geluk dan maar de volgende dag. Ik besefte dat ik in een gapende generatiekloof keek. Voor mij betekende een modelboerderij dat we een stal bouwden van lokaal materiaal (Tanzania) en dat ik elke maand een stel dorpen bezocht om  allerlei mogelijke innovaties door te spreken; van koeien op stal zetten, tot zonnebloemen verbouwen en biogas installeren. Altijd denkend vanuit wat mensen zelf kunnen en wat ze zelf willen aanpakken. Altijd werkend vanuit het idee dat je eerst het lokale landbouwsysteem moet begrijpen voordat je kunt gaan werken aan verbeteringen. Uiteraard denk je bij verbeteringen dan al snel aan technologieën die elders succesvol zijn geweest, maar de technologie zelf is nooit het uitgangspunt.

Ik voelde me dus op slag oud, maar besefte ook dat als ik nu jong zou zijn, ik wsch. hetzelfde zou denken als dit stel. Erger nog, ik besefte opeens ook dat ik 25 jaar geleden zelf druk doende was een hele generatie deskundigen af te serveren. Ik vond destijds dat onze professoren in Wageningen van geen meter deugden. Ze waren te veel gefocust op de technische aspecten en snapten niet dat de problemen van kleine boeren vooral sociaaleconomisch van aard waren. De cirkel lijkt dus wel weer zo’n beetje rond te zijn. De moderne hulp zegt weer: Doe als wij en alles komt goed. Makkelijke kritiek; ja, zoals alle kritiek gemakkelijk lijkt. Toch slaat dit ook terug om onze generatie ontwikkelingswerkers en zeker ook mijzelf. Ik weet ondertussen wel hoe effectieve hulp er uit ziet, maar ik mis de radicaliteit om dat andere op te willen leggen. Ik leg me er (meestal) bij neer dat elke generatie zijn eigen weg moet gaan. Ik geniet van mijn weg, maar voel ook dat ik heb met mijn generatie heb gefaald datgene over te brengen waar het in essentie om gaat: empathie, het je verplaatsten in de ander, als beginpunt van elke vorm van werkelijke ontwikkelingssamenwerking.

Comments

  1. Hallo Gerrit (en Ineke),

    Mijn broer die zich oud voelt en een generatiekloof….. poeh, dat is even wennen en volgens mij ook niet nodig. Het relativeringsvermogen vind ik dan wel weer aardig om te lezen. Maar het lijkt mij dat je jezelf tekort doet met te denken dat jij jouw gedachten over ontwikkelingshulp niet (of niet radicaal genoeg) aan de weg hebt getimmerd! Wel mooi verhaal trouwens van die gesubsidieerde boerderij. In Nederland zijn de verstrekkingen van Europese subsidies ook weer een hotitem!

  2. inge de vries says

    Hoi Gerrit en (Ineke),

    Ik herken mij helemaal in jouw stuk. Ik mijmer over Haiti hoe ik met een ezel de bergen in trok om allerlei landbouwprojecten vanuit vrouwengroepen te stimuleren. Een soort microkrediet programma. Ik denk terug aan de hutten in Ivoorkust, waar we werden gedropt zonder vervoer. En maar hopen dat je weer werd opgehaald. Uren zittende op het ‘dorpsplein’. Ik denk terug aan de Comores waar ik met vrouwen over family planning sprak, dagen bij hen woonden. Alleen de tijd in Burundi kwam een beetje in de buurt van een normale bedrijfsvoering. Grote voordeel toen was wel dat je nog tamelijk onschuldig was als het ging om allerlei risico’s (of keken we er anders tegen aan?) Ik denk echt dat er sprake is van een generatiekloof maar vooral van verschuiving van inzichten. En een hele andere tijd met andere risico’s. De kunst is om uit alles het goede te behouden…… Groeten van Inge

  3. Ha Gerrit en dan natuurlijk ook Ineke,

    Boeiend te lezen wat je hebt gedaan en de visie waaruit je gewerkt hebt maar ook ziet hoe in een korte tijd manieren van werken veranderen. Ik kan me je onmacht voorstellen .
    De vraag komt nu natuurlijk hoe duurzaam deze nieuwe manier van benaderen is.
    Ik moet ook denken aan al die trainingen die nu binnen het bedrijfsleven plaatsvinden. Gaat over elkaar leren kennen en je mogen uitspreken wat je vind van het werk en het bedrijf waarbinnen je werkt. Alleen maar kijken naar effectiviteit blijkt helemaal niet te werken.

    Jij mag vanuit jouw intentie je werk doen. Het past ook zo bij jouw om vanuit empathie je werk te doen.

    Goed he, dat ik zo maar een reactie plaats.

    Hartelijke groet, Margot

    • ha Margot,
      en nu pas lees ik je reactie op de blog. Sorry, ik kijk er te weinig op. Het wordt ook al weer hoog tijd een nieuw stuk te schrijven en te plaatsen. We zijn gewoon lekker bezig elke dag, en ‘s avonds vaak lui/moe om nog wat te doen behalve lekker op de bank hangen met een boek, of tv kijken.
      Ja, er zijn teveel mensen in Nederland die zich als manager bemoeien met de uitvoering, constant willen monitoren, trainen, reorganiseren etc. Soms kan dat zinvol zijn, vaak helaas niet. Zo ook hier bij projecten: lokale mensen moeten de donoren in het Westen (Noorden) om de haverklap de meest uitgebreide rapporten sturen, die worden met veel moeite en veel tijd ingevuld, en uiteraard nooit goed. Mensen kunnen en willen elkaar niet meer vertrouwen, en zowiezo, al dat monitoren levert in Nederland veel werk op, dat is het belangrijkste. Als de rapporten niet kloppen kunnen ze zelf weer es op het vliegtuig stappen en zelf gaan kijken. Soms is dat natuurlijk nodig omdat van ontwikkelingsgeld elke stuiver verantwoord moet worden, maar je wordt er wel cynisch van soms. Zucht.
      een groet, Ineke

  4. Het is inderdaad wel schokkend, die christelijke ‘voorbeeldboerderij’ … maar ach, dat kom je in Nederland ook om de haverklap tegen: persberichten over mooie initiatieven, maar als je er achter kijkt blijkt dat het zwaar gesubsidieerd is – en dus niet haalbaar als je dat er niet bij hebt….
    Empathie, of beter, het uitgaan van de situatie van de ander en in zijn/haar schoenen gaan staan voordat je met prachtige ‘oplossingen’ komt, lijkt me inderdaad het sleutelwoord.
    Nu, toch veel voldoening gewenst bij jullie werk daar – we verheugen ons erop het tzt weer eens te horen!
    groetjes
    Alice

Speak Your Mind

*